We brengen de PVDA dichter bij jou en jou dichter bij de PVDA.!

Download onze app

Geen sociale dumping, maar vast werk met een degelijk loon

Werknemers doen de samenleving draaien. Van bouwvakkers tot verplegers, van kassabedienden tot kunstenaars: wij willen respect voor ieder die werkt. Zonder werkvolk geen welvaart. We komen op voor vast werk, volwaardige lonen en meer koopkracht: precies het tegenovergestelde van wat de huidige Europese Unie doet. We maken een einde aan de sociale dumping in Europa. We beschermen werknemers tegen ultraflexibiliteit en banenverlies en vervangen onzekere, onderbetaalde banen door fatsoenlijke, stabiele banen.

Vele miljoenen mensen in Europa willen vooral een goede baan waarmee ze kunnen leven. Het is ondenkbaar dat een huishouden kan functioneren zonder ook maar één vaste baan die hen in staat stelt hun leven op te bouwen en in te richten zoals zij dat willen. Economische vrijheden mogen niet boven sociale rechten staan. Zij die de rijkdom produceren, moeten hun deel van de geproduceerde rijkdom krijgen.

Meer dan een kwarteeuw na het Verdrag van Maastricht is het duidelijk: daarvoor kun je niet op de huidige Europese Verdragen rekenen. Terwijl de grootste beursgenoteerde bedrijven in Europa overwinsten oppotten, hebben miljoenen mensen in Europa moeite om de eindjes aan elkaar te knopen met hun loon. Meer dan één op de vijf Europeanen loopt het risico op armoede of sociale uitsluiting. Eén op de tien werkende mensen is arm, zelfs met een job.

Alle rijkdom komt voort uit arbeid en de natuur. De concurrentiedruk spoort aan tot voortdurende ontwaarding van de arbeid. We zien een druk om de lonen zo laag mogelijk te houden en om voltijdse jobs met vast contract op te splitsen in onzekere deeltijdse en tijdelijke jobs. Sinds de zogenaamde Lissabon-strategie uit 2000 promoot de Unie maximale flexibiliteit als prioriteit nummer één voor het verbeteren van de concurrentiepositie. De loon- en werkvoorwaarden worden gekneed naar de wensen van het patronaat en de sociale bescherming moet ‘gemoderniseerd’ worden. Deze Unie staat niet aan de kant van de grote meerderheid van werknemers. Nee, deze Unie dient om het concurrentievermogen te vergroten, de interne markt verder open te stellen voor het grootbedrijf en arbeidsmarkten flexibeler te maken. Verlaging van de sociale uitgaven, deregulering van de arbeidsmarkt en privatiseringen leiden aan de ene kant tot groeiende winsten, aan de andere kant tot dalende lonen, onzeker werk en sociale onrechtvaardigheid.

Op veel plaatsen in Europa strijden werknemers voor de allereenvoudigste dingen: naar het toilet mogen gaan tijdens de werkuren, vertegenwoordigd worden door een vakbond, of simpelweg genoeg verdienen om rond te komen. Vrouwen in de Europese Unie verdienen gemiddeld nog steeds 16,1% minder dan mannen. Veel vrouwen werken tegen lage lonen en in sectoren waar collectieve arbeidsovereenkomsten niet van toepassing zijn. Werk in de zorg, in het onderwijs en ook sociaal werk wordt nog steeds veel te slecht betaald.

De Europese Commissie onder leiding van Ursula Von der Leyen is een ramp gebleken voor de koopkracht. Midden in de energiecrisis schoven de Europese instellingen een jaar lang de verantwoordelijkheid naar elkaar door voordat ze ook maar de geringste actie ondernamen. Op het hoogtepunt van de energiecrisis wilden Charles Michel, voorzitter van de Europese Raad, en Ursula Von der Leyen, voorzitter van de Commissie, de multinationals beschermen en lieten ze de mensen in de kou staan in plaats van de overwinsten te belasten en de prijzen te bevriezen.

Het duurde maanden voordat de Europese leiders het eens werden over een plafond voor gas- en elektriciteitsprijzen. Uiteindelijk lag het zo hoog dat het nooit zou worden toegepast. Met haar 30.000 euro per maand heeft de voorzitter van de Europese Commissie nooit moeite om een rekening te betalen. Ze heeft totaal geen voeling met de realiteit van de werkende mensen. De PVDA was aanwezig in het Europees Parlement om de Europese leiders met beide benen op de grond te zetten. Tijdens haar keynote speech in het Europees Parlement in september 2023, waar Ursula Von der Leyen de loftrompet over haar eigen beleid stak, nam PVDA-Europarlementslid Marc Botenga het woord om de ware toedracht van het mandaat van de Europese Commissie aan de kaak te stellen. Zijn toespraak ging viraal in Europa. Het PVDA-parlementslid herinnerde Von der Leyen eraan dat 30% van de mensen een maaltijd moet overslaan omdat ze geen geld hebben voor drie maaltijden per dag, dat 46% van de Europeanen bang is om de verwarming hoger te zetten en in de kou te blijven zitten, en dat bijna 100 miljoen Europeanen het risico lopen om in armoede te vervallen. Tegen deze achtergrond heeft de Europese Commissie energierekeningen niet geblokkeerd, noch belasting geheven op multimiljonairs of op de overwinsten van energie-, farmaceutische en militaire multinationals. Integendeel, ze heeft de wapenbedrijven, die tot de meest winstgevende ter wereld behoren, voor miljarden euro's aan subsidies gegarandeerd, terwijl de Commissie en de regeringen voorstellen om de werkende klasse opnieuw de rekening te presenteren met de heractivering van het Stabiliteitspact, met andere woorden de terugkeer van het besparingsbeleid.

Zonder de illegale oorlog te voorkomen of te stoppen, hebben de sancties tegen Rusland de elektriciteitsprijzen nog verder opgedreven. Het vervangen van Russisch gas door duurder Amerikaans schaliegas heeft ook het klimaat ernstig geschaad. Russische oligarchen die de oorlog steunen zijn hier grotendeels aan ontsnapt. En terwijl de import van Russisch gas via pijpleidingen is gedaald, is de import van Russisch gas per schip - dat duurder is - gestegen. Russische olie bereikt Europa nu ook via India of Saudi-Arabië, opnieuw tegen een hogere prijs. De vervanging van Russisch gas door leveranciers zoals Israël, dat Palestina op gewelddadige en illegale wijze koloniseert, toont aan dat het nieuwe beleid zeker niet ethischer is.

De voedselprijzen rijzen de pan uit en de prijs van een winkelkar explodeert. Voedsel wordt een steeds grotere kost voor huishoudens. Nooit eerder bezochten zoveel mensen - en steeds meer werkende mensen - voedselbanken en sociale restaurants. De situatie is ernstig. Daarom moeten we landen die de btw op eerste levensbehoeften verlagen daarin aanmoedigen en ondersteunen.

We zijn tegen de belastinghervormingen van de Europese Unie, in het bijzonder tegen de Richtlijn Energiebelastingen, die tot doel heeft nieuwe belastingen op consumptie in te voeren. We zijn tegen elke verhoging van verbruiksbelastingen. Ze zijn oneerlijk, omdat iedereen hetzelfde tarief of zelfs hetzelfde bedrag betaalt, ongeacht zijn inkomen. Zoals de econoom Thomas Piketty zegt: "een verbruiksbelasting is een 19e-eeuwse belasting, geen 21e-eeuwse belasting. Indirecte belastingen zoals btw zijn voor iedereen hetzelfde. Het weegt ook zwaarder op de lage inkomens omdat de hoogste inkomens niet alles consumeren wat ze verdienen.” Daarom moeten we alle verhogingen van deze belastingen een halt toeroepen, maar ook een aantal ervan naar beneden bijstellen, bijvoorbeeld door de accijnzen op gas en elektriciteit af te schaffen.

De uitbreiding van het Europese emissiehandelssysteem (ETS) naar huisvesting en transport betekent de invoering van een nieuwe koolstoftaks voor de werkende klasse. Wij zijn fel gekant tegen een dergelijke belasting. Het is asociaal en ineffectief voor het milieu, aangezien de overheid geen geloofwaardig alternatief voor de auto biedt wanneer ze desinvesteert in het openbaar vervoer. Het verhogen van de kosten voor huishoudens zal de klimaatsituatie niet verbeteren. Stimulansen voor elektrische auto's wegen niet op tegen een extra belasting voor mensen die al moeite hebben om rond te komen door de stijgende energierekeningen. Wat we nodig hebben zijn massale investeringen in betaalbaar openbaar vervoer van hoge kwaliteit en in publieke hernieuwbare energie tegen lagere prijzen.

Om steeds grotere winsten te genereren, gebruikt het grootkapitaal allerlei technieken om consumenten te misleiden zodat ze meer uitgeven aan goederen of diensten dan nodig is. Wij willen een einde maken aan misleidende contracten (energie, verzekeringen en telecommunicatie). Of het nu gaat om etiketten, algemene voorwaarden bij aankopen op internet of verschillende contracten, de regulering van de Europese markt en consumentenbescherming maken het mogelijk om bedrijven verplichtingen op te leggen op het gebied van informatie, transparantie en duidelijkheid. We maken meer gebruik van deze hefboom.

In heel Europa zijn de lonen veel te laag in vergelijking met de levensduurte en met de hoge arbeidsproductiviteit. Het gaat hier om een dagelijkse subsidie van de werknemers, met de door hen gecreëerde rijkdom, naar de aandeelhouders en het grootbedrijf. Ondertussen leven miljoenen werknemers in slechtere omstandigheden dan je voor mogelijk houdt. In veel Europese landen is een onderste loongrens met minimumlonen vastgelegd. Veel van deze minimumlonen zijn geen leefbare lonen, maar armoedelonen. Bedrijven als Amazon of Ryanair maakten van loondumping hun bedrijfsmodel.

We willen precies het omgekeerde doen. We moeten niet alleen sociale afbraak vermijden, maar net zo hard inzetten op sociale vooruitgang. Dat is een breuk met dit Europa van de grote coalitie van liberalen, christendemocraten en sociaaldemocraten waar enkel afbraak in het teken van de markt als vooruitgang en modernisering geldt. Wij willen steeds de hoogste bescherming als standaard nemen en veralgemenen in Europa. Goedbetaalde kwaliteitsjobs moeten voor alle werknemers in Europa de norm worden. Daartoe creëren we duidelijke normen die door niemand en nergens mogen worden ondermijnd. In plaats van Duitse loonmatiging veralgemenen we echte loonsindexatie. 

Om loon- en sociale dumping weg te werken en de concurrentiedruk te verminderen, willen we gemeenschappelijke minimumnormen en sterke, afdwingbare rechten voor werknemers, ook bij werk over de landsgrenzen heen.

De terugkeer van het Stabiliteitspact zal de aanvallen op de rechten en lonen van werknemers versterken. In Griekenland werden de Europese begrotingsregels en bezuinigingen gebruikt om collectieve arbeidsovereenkomsten, het recht op collectieve onderhandelingen en het stakingsrecht te vernietigen. Al in 2023, nog voor het Stabiliteitspact officieel werd gereactiveerd, bekritiseerde de Europese Unie het loonindexeringsmechanisme van België.

De Europese Commissie van Ursula Von der Leyen heeft verschillende pogingen ondernomen om de rechten van werknemers aan te tasten. In de wet op de militaire productie (ASAP) probeerde ze de - zeer ruime - limiet van 48 uur werk per week te schrappen. Ze wilde codificeren dat landen in het geval van wapenproductie mogen afwijken van deze limiet, opgelegd door de arbeidstijdenrichtlijn. Deze gevaarlijke productie vereist echter concentratie en precisie van de werknemers. Vermoeidheid verhoogt het risico op ongevallen. In haar instrument om de interne markt te redden in geval van crisis of noodsituaties, probeerde de Commissie de erkenning van het stakingsrecht af te zwakken, wat eindigde in een niet-bindend deel van de tekst. Dankzij de mobilisatie van de vakbonden en de strijd van onze Europarlementariër Marc Botenga en de fractie van The Left in het Europees Parlement konden we de Commissie in beide gevallen doen terugkrabbelen.

De onlangs aangenomen richtlijn over minimumlonen in de Europese Unie is een overwinning voor de arbeidswereld. De Europese vakbonden hebben jarenlang campagne gevoerd voor een dergelijke richtlijn. Ook de PVDA heeft dat idee altijd verdedigd. Een dergelijke maatregel zou de algemene lonen kunnen verhogen en de concurrentieslag tussen werknemers in verschillende EU-lidstaten op het gebied van arbeidsomstandigheden en lonen helpen beperken. De tekst van de aangenomen richtlijn is echter minder ambitieus dan gehoopt. De ambitie om 80% van de werknemers onder een collectieve arbeidsovereenkomst te laten vallen is belangrijk. Helaas zijn belangrijke criteria weggelaten uit het niet-bindende deel van de tekst. Zelfs de ambitie om een minimum van ten minste 60% van het bruto mediane loon en 50% van het bruto gemiddelde loon te hebben, is niet opgelegd. In een aantal landen, waaronder Frankrijk, Portugal, Bulgarije en Slovenië, ligt het minimumloon echter al op of boven 60% van het mediane loon. We zullen dus moeten vechten voor een ambitieuze omzetting van de richtlijn, maar ook de uitzonderingen of uitstellen waar verschillende landen om zullen vragen moeten weigeren.

De achteruitgang van de mensenrechten, zo gehekeld als het over Qatar gaat, lijkt zich soms ook hier af te spelen, langs de oevers van de Schelde. Die harde les leerden we in juni 2021 toen een bouwramp in een school in Antwerpen het leven kostte aan vijf bouwvakkers, en een jaar later toen de chemiemultinational Borealis betrokken was bij mensenhandel in de Antwerpse haven. Er wordt veel te veel gezwegen over loonslavernij in ons eigen land. De arbeiders die onze scholen, fabrieken en bedrijven bouwen, bouwen aan de rijkdom van morgen. Je zou een minimum aan respect voor dit werk mogen verwachten, maar dat is er niet. Het is in het belang van alle arbeiders dat ons land eindelijk zijn wetten aanscherpt en mensenhandelaren van onze bouwwerven verdrijft.

Toch is sociale dumping geen prioriteit geweest voor de Commissie Von der Leyen. Wij pleiten voor gelijke sociale rechten voor alle werknemers in Europa. Gelijk loon voor gelijk werk maakt een einde aan sociale dumpingpraktijken en voorkomt dat iemand zijn loon ziet dalen door dit soort maffieuze praktijken. Voor wie in België wordt aangeworven, moeten de Belgische loon- en arbeidsvoorwaarden gelden, ook in de transportsector.

We zorgen ervoor dat sociale bijdragen voortaan worden betaald in het land waar de werknemer werkt, niet in het land van herkomst. Het land waar het werk plaatsvindt maakt het geld vervolgens over aan de EU-lidstaat waar de werkers vandaan komen. De relevante richtlijnen en Verordening 883 betreffende de sociale zekerheid moeten dienovereenkomstig worden aangepast. De detacheringsrichtlijn bepaalt dat een gedetacheerde werknemer pas na achttien maanden profiteert van de arbeidsvoorwaarden van het land waar hij of zij werkt. Wat een hypocrisie! In werkelijkheid duren detacheringen veel korter: in de bouwsector gemiddeld vier maanden. Bovendien is de richtlijn tot nader order niet van toepassing op het wegvervoer, een belangrijke sector, waar Filippijnse chauffeurs van Poolse bedrijven 200 uur per maand over de Duitse wegen rijden voor een luttele 428 euro. Alsof dat nog niet genoeg is, willen de Europese instellingen en multinationale lobby's de leef- en werkomstandigheden van chauffeurs nog verder verslechteren met het Mobility Package en de liberalisering van langeafstands busdiensten. Detachering - het tijdelijk uitzenden van een werknemer van het ene land naar het andere - moet een uitzondering zijn. Het combineren van verschillende jobs moet strikt gereglementeerd worden. Detachering via uitzendbureaus is schijndetachering en als dusdanig gewoon onaanvaardbaar.

Een onderzoek in opdracht van de Europese parlementaire fractie The Left, waarvan de PVDA lid is, heeft aangetoond dat onderaannemingsketens in heel Europa ketens van uitbuiting en onderbetaling zijn. Dit biedt de grote spelers in de sector een paraplu om alle verantwoordelijkheid te ontlopen. Het Borealis schandaal heeft deze praktijk op wrede wijze aan het licht gebracht. We willen dit onderaannemingssysteem zo snel mogelijk reguleren. Net als de Europese vakbonden willen we een Europese richtlijn voor onderaanneming. Onderaanneming moet beperkt worden. De opdrachtgever moet altijd verantwoordelijk zijn voor de betaling van het volledige loon van alle werknemers, ongeacht het aantal onderaannemers en ongeacht de sector. De bedrijven die de bestelling plaatsen, moeten verantwoordelijk zijn voor de hele keten van onderaannemers.

Het versterken van de Europese Arbeidsautoriteit, die nu vrijwel niet functioneert, en het vergroten van het aantal arbeids- en sociale inspecteurs in de lidstaten is een eerste stap die we zullen zetten om sociale dumping en misbruik van tijdelijk werk tegen te gaan. Dit is onverenigbaar met een terugkeer naar besparingsbeleid.

We moeten iedereen in de onderaannemingsketen die profiteert van sociale dumping controleren en bestraffen. Strenge controle door een stevige sociale inspectie moet een prioriteit zijn in elke EU-lidstaat: zowel in de landen van herkomst als in de landen waar het werk wordt uitgevoerd. De sociale inspectie moet de vakbonden structureel betrekken bij deze controle. Bij overtredingen zullen zware sancties worden opgelegd om duidelijk te maken dat uitbuiting en sociale dumping op bouwplaatsen niet langer getolereerd worden.

We breiden ook de mogelijkheden voor vakbondstoezicht op veiligheid en arbeidsomstandigheden op bouwplaatsen uit. Op dit moment kunnen vakbondsafgevaardigden in ondernemingsraden geen vragen stellen over werknemers in onderaanneming. De afgevaardigden zien wat er op de bouwplaatsen gebeurt, maar ze mogen er niet over praten. Dit moet veranderen.

Op door de overheid gefinancierde werven willen we voltijdse arbeidsplaatsen. De Europese richtlijn inzake overheidsopdrachten biedt nu de mogelijkheid om sociale voorwaarden op te leggen. Dit moet een verplichting worden. We willen niet langer een mix van structuren en onderaanneming die sociale rechten en veiligheid omzeilt. Dit zijn de lessen die we moeten trekken uit de bouwramp op de Antwerpse school. We zorgen ervoor dat werk dat geen specialisatie vereist, moet worden uitgevoerd door eigen personeel van de hoofdaannemer. We leggen zelfstandigen dezelfde sociale verplichtingen op als werknemers. We verbieden schijnzelfstandigheid. De overheid moet altijd weten wie er op de werf werkt, onder welk statuut en met welk contract. Vervolgens controleert en inspecteert de overheid de bouwwerkzaamheden zelf. Tot slot garanderen we volledige transparantie in alle openbare bouwprojecten.

We willen de wettelijke status van bepaalde werknemers, waaronder havenarbeiders en chauffeurs, beschermen en versterken. Deze statuten zijn een bolwerk tegen sociale dumping en kunnen catastrofale ongevallen voorkomen door een goede opleiding en bescherming te garanderen. De Europese Unie zet geregeld de aanval in op gereglementeerde beroepen om de sociale bescherming teniet te doen en een hoge mate van arbeidsonzekerheid op te leggen. Wij verwerpen Europese evenredigheidscontroles voor zowel nieuwe als oude gereglementeerde beroepen.

Wij staan volledig achter de havenarbeiders en de Wet Major die hun arbeidsvoorwaarden beschermt. De Antwerpse havenbaron Fernand Huts, CEO van havenbedrijf Katoen Natie, de Europese Commissie en de rechtse partijen willen een einde maken aan deze wet. Ze willen het statuut van de havenarbeiders ontmantelen. Dit zet de deur open voor sociale dumping in de haven, waardoor het voor Huts en anderen makkelijk wordt om goedkope, onbeschermde arbeid uit te buiten. De Wet Major is de hoeksteen van de havenarbeid. Ze heeft een Europees belang en toepassingsgebied en garandeert de erkenning van de deskundigheid, veiligheid en sociale bescherming van havenarbeiders. We beschermen het statuut van havenarbeiders. 

In de transportsector zullen we betere rij- en rusttijden opleggen. Flexibilisering en sociale dumping zijn geen natuurlijke fenomenen. We kunnen samen veel doen. We zullen de licenties intrekken van transportbedrijven die de wet overtreden. We maken een einde aan brievenbusfirma's. Sommige Belgische bedrijven zijn experts geworden in het opzetten van fictieve postbusfirma's in Oost-Europa om werknemers die van daaruit naar ons komen verder uit te buiten. We staan niet langer toe dat deze oplichters hun straf ontlopen door de verantwoordelijkheid afschuiven op oneerlijke onderaannemers die het vuile werk voor hen opknappen.

De Europese Unie veralgemeent systematisch de meest asociale modellen. In het kader van het Europees Semester, het mechanisme waarmee de Europese Unie toezicht houdt op de nationale begrotingen en het nationale beleid, dringt de Europese Commissie er ook bij de regeringen op aan om hun arbeidsmarkten te "hervormen". Bovendien hebben bezuinigingen op de begroting ertoe geleid dat sommige regeringen, zoals België, het tijdskrediet hebben verminderd of de toegang ertoe hebben bemoeilijkt. 

Overal worden stabiele contracten, fatsoenlijke lonen en arbeidsomstandigheden met voeten getreden. Het Europees Semester, dat deel uitmaakt van het bezuinigingsbeleid, zet regeringen onder druk om dit soort "structurele hervormingen" door te voeren. Veel vrouwen worden gedwongen om onzekere deeltijdbanen te accepteren, ofwel omdat ze niets anders aangeboden krijgen, ofwel omdat ze voor kinderen of andere hulpbehoevende familieleden moeten zorgen.

Doorgedreven activerings- en flexibiliseringsbeleid richt zich op de werkgelegenheidsgraad, maar leidt de aandacht af van de kwaliteit van de werkgelegenheid. Ook dit is in heel Europa te zien. In Nederland wordt de werkgelegenheidsgraad gestimuleerd door deeltijdwerk. In voltijdsequivalenten werken we in België meer uren dan in Nederland. Hetzelfde verhaal in Duitsland, dat alleen maar doet alsof het banen creëert door goedbetaalde voltijdse banen op te delen in twee, drie of vier onderbetaalde tijdelijke banen, met gemiddelde salarissen van 250 euro per maand. Een sociale ramp. Voorbij zijn de dagen van vaste contracten, vaste werktijden en vaste salarissen om rond te komen. Ze zijn vervangen door een oerwoud van flexibele arbeidsreglementen en "hamburgerbanen". 

De gevolgen lieten niet lang op zich wachten: het aantal werkende armen is blijven stijgen. We zien gepensioneerden voedsel zoeken in vuilnisbakken terwijl miljoenen mensen moeite hebben om een baan te vinden of alleen laagbetaalde minibaantjes aangeboden krijgen. En de alternatieven komen niet van de alt-right vrienden van Viktor Orban in Hongarije of Meloni in Italië. In Hongarije heeft Viktor Orban een ‘slavenwet’ aangenomen die werknemers verplicht tot 400 uur overwerk per jaar te accepteren, dat tot drie jaar later kan worden uitbetaald. In Italië heeft Meloni het leefloon afgeschaft.

We veranderen radicaal van logica. De Europese Unie moet een opwaartse spiraal bevorderen, geen neerwaartse. 

We hebben geen toename van nepbanen nodig, maar het recht op zekerheid. Met een norm voor contracten van onbepaalde duur. Hoe kunnen we een toekomst plannen zonder een vast contract? Als je van dag tot dag op een tijdelijk contract leeft, is het aartsmoeilijk om een hypotheek aan te vragen. Zonder vast contract is het voor jongeren niet evident om een gezin te stichten. Terwijl de Europese Unie dat net zou moeten bevorderen.

Een andere vorm van precair werk neemt explosief toe op Europees niveau: werknemers in de platformeconomie zoals Uber en Deliveroo, die in België werken onder een speciaal belastingregime. Het Arbeidshof van Brussel heeft geoordeeld dat dit regime illegaal is in de sector van pakjesbezorgers, maar toch is het blijven bloeien onder de regering-Vivaldi. Deze vorm van onzekere tewerkstelling stelt de grote platformen in staat om goedkope arbeidskrachten uit te buiten zonder de pet van werkgever te moeten dragen. Het resultaat: geen uurloon maar betaling bij levering. Het is de grote terugkeer van stukloon, een tijdperk waarvan we dachten dat het voorbij was. Veiligheid? Nul. Als ze ziek worden of een ongeluk krijgen, is het aan hen om met de situatie om te gaan. Het is ook aan hen om hun eigen pensioen op te bouwen met hun magere inkomen.

Op Europees niveau heeft de PVDA, samen met de fractie The Left, gestreden voor een richtlijn die platformwerkers beschermt. Een van onze voorstellen is om hen automatisch de status van werknemer te geven, met alle rechten die daarbij horen. Dit staat bekend als het vermoeden van loondienst. Net als in België hebben wij in het Europees Parlement ook voor dit vermoeden gestreden, opgesteld in overleg met de vakbonden. Dit draait de huidige logica om: de staat verplicht de platformen om werknemers in loondienst te nemen, en het is uiteindelijk aan deze platformen, en niet aan de werknemers, om actie te ondernemen als ze vinden dat de loondienstrelatie niet gerechtvaardigd is. Samen met onze kameraden van The Left in het Europees Parlement hebben we verschillende colloquia tegen de Uberisering georganiseerd, met werkers uit de sector. We hebben een ontmoeting georganiseerd tussen deze werkers en de bevoegde Europese commissaris. Met succes: de Europese Commissie en het Europees Parlement moesten een vorm van vermoeden van loondienst aanvaarden. Helaas hebben verschillende lidstaten het proces tegengehouden.

We geven niet op. We doen er alles aan om ervoor te zorgen dat het voorstel om platformmedewerkers de status van werknemer te geven op basis van fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden en loon in de praktijk wordt gebracht. We eisen van platformbedrijven dat ze hun werknemers een gepaste werkuitrusting ter beschikking stellen, dat ze sociale bijdragen betalen en dat ze de oprichting van een vakbondsafvaardiging toelaten.

In België betreedt minder dan de helft van de jongeren de arbeidsmarkt met een voltijds contract. Maar veel werkgevers (de grote winkelketens bijvoorbeeld) willen hun personeel enkel deeltijdse contracten aanbieden. Wij verplichten werkgevers om voorrang te geven aan hun eigen personeel wanneer er extra werktijd vrijkomt, in plaats van een beroep te doen op uitzendkrachten of studenten. Op deze manier kunnen vrouwen, die vaak in deeltijd werken, meer uren gaan werken als ze dat willen.

In plaats van één-euro-banen zullen we stabiele, goedbetaalde arbeidscontracten tot norm verheffen. We willen contracten voor onbepaalde tijd met sociale zekerheidsgaranties. Tijdelijke contracten moeten de uitzondering worden en zoveel mogelijk onmiddellijk vervangen worden door vaste contracten. We beperken het aantal contracten van bepaalde duur bij dezelfde werkgever tot zes maanden per jaar, waarna het contract automatisch van onbepaalde duur wordt. Nulurencontracten worden afgeschaft.

De digitalisering, robotisering en toenemende productiviteit dreigen in de komende jaren extra banen te kosten. Terwijl anderzijds de algemene verspreiding van precaire deeltijdse banen veel werknemers ervan weerhoudt om ​​voldoende inkomen te hebben om de maand door te komen.

De zeer liberale Europese wetgeving vereist alleen dat lidstaten de werkweek beperken tot 48 uur per week, ofwel zes dagen van acht uur werken, met de extra flexibiliteit om aan dit gemiddelde te voldoen over een periode van maximaal vier maanden. Bovendien moedigt de Europese Commissie staten aan om de achterdeuren van de Europese richtlijn te gebruiken. De Commissie heeft ook gevraagd dat het Europese programma voor wapenproductie (ASAP) expliciet afwijkingen van de arbeidstijdenrichtlijn mogelijk maakt. In naam van de oorlogseconomie zou ASAP de weg moeten openen naar werkweken van 60 uur.

In plaats van de voortdurende bevelen via de "aanbevelingen aan de staten" die regeringen aanzetten en dwingen om de arbeidsmarkt verder te flexibiliseren, hebben we een Europa nodig dat sociale vooruitgang algemeen maakt.

De invoering van de 30-urige werkweek als nieuwe norm voor een fulltime baan - beginnend met bepaalde sectoren - zou leiden tot veel extra aanwervingen. Bovendien is collectieve arbeidsduurvermindering goed voor de gezondheid. Dit wordt aangetoond door een groot experiment in het Verenigd Koninkrijk onder 3000 werknemers van 60 verschillende bedrijven. Deze kleine revolutie, begonnen in 2022, heeft de mentale en fysieke gezondheid van werknemers verbeterd. De levenskwaliteit is gestegen, het risico op burn-out is afgenomen, minder stress, minder slaapproblemen... De productiviteit van werknemers, die beter uitgerust zijn, is ook toegenomen. Het aantal ziektedagen is afgenomen. En de deelnemende werkgevers hebben uiteindelijk meer sollicitaties ontvangen. Met andere woorden, met een werkweek van 30 uur profiteert iedereen.

Het razende werktempo, de overbelasting en de moeilijkheid om werk en privéleven te combineren maken talloze slachtoffers. Geen enkele sector wordt gespaard. Tijd is synoniem geworden met een stoomwals. In België is het aantal zieke werknemers in 15 jaar verdubbeld. En we hebben te maken met twee plagen: een toename van problemen met de geestelijke gezondheid, zoals burn-out en depressie, maar ook van fysieke klachten zoals musculoskeletale aandoeningen.

Een ander voordeel van deze nieuwe 30-urige werkweek met behoud van loon: het bevordert de gelijkheid tussen mannen en vrouwen. Momenteel werken veel vrouwen deeltijds, voor een lager salaris, zonder dat ze dat hebben gekozen. Denk bijvoorbeeld aan werknemers in de detailhandel of in de dienstencheques. Ze betalen contant voor deze vermindering van hun werktijd, zowel in termen van loon als van carrière en pensioen. Een 30-urige werkweek, zonder salarisverlies, zou deze loonkloof verkleinen én een structureel evenwicht tussen werk en privéleven bevorderen. Het is dan ook geen toeval dat vrouwenorganisatie Femma als eerste in ons land de 30-urenweek heeft uitgeprobeerd. De positieve resultaten bij Femma tonen aan dat dit de nieuwe fulltime norm kan zijn.

De Europese Commissie moet zich laten inspireren door wat elders al gebeurt - in het Verenigd Koninkrijk, IJsland of Spanje - en pilootervaringen ondersteunen die gericht zijn op het ondersteunen en begeleiden van KMO's die hun werktijd verkorten. Gedurfde, toekomstgerichte bedrijven krijgen financiële steun en intensieve coaching. Op elk niveau kunnen we taskforces creëren bestaande uit vakbondsleden, HR-experts en arbeidsorganisatiespecialisten om KMO's te begeleiden bij hun reis naar de 30-urige werkweek.

Digitale communicatie heeft een positieve invloed op efficiëntie, productiviteit en ons sociale netwerk. Het kan echter ook een bron van stress en burn-out zijn. Een werkgever kan sms'jes, e-mails of sociale media misbruiken om druk uit te oefenen op zijn personeel en de werktijd op een sluipende manier te verlengen. Hier wordt het recht op rust in gevaar gebracht.

Het Europees Parlement heeft opgeroepen tot de invoering van een richtlijn over het recht op deconnectie, maar er bestaat momenteel geen Europees juridisch kader dat dat recht op deconnectie definieert en regelt. De richtlijn inzake arbeidstijd verwijst naar rechten zoals minimale dagelijkse en wekelijkse rustperiodes die nodig zijn om de gezondheid en veiligheid van werknemers te beschermen. Het recht op deconnectie is onmisbaar in het streven naar een goede balans tussen werk en privéleven zoals vermeld in het Europese pijler van sociale rechten en de Europese richtlijn inzake de balans tussen werk en privéleven voor ouders en verzorgers. Maar die verwijzen momenteel niet naar het recht op deconnectie. Dit moet veranderen.