Geen Europa van de rijken, maar eerlijke belastingen
Het is tijd om een beetje van de rijkdom terug te halen die van ons is afgenomen. Met eerlijke belastingen die de sterkste schouders de zwaarste lasten laten dragen. Die multinationals eindelijk hun belastingen doen betalen. Met een miljonairstaks. Met een echte controle op de almacht van de banken en een effectieve strijd tegen de grote fiscale fraude die grenzen straffeloos overschrijdt. We sluiten de wegen naar belastingparadijzen, die zowel binnen als buiten de Europese Unie voorkomen.
Torenhoge winsten, nauwelijks belastingen. Het is niet enkel een Belgisch probleem. Vandaag vloeien in Europa miljarden weg in zwarte gaten. Belastingontwijking kost de Unie jaarlijks tot 1.000 miljard euro, berekende de Europese Commissie zelf. De bedrijven die de grootste winsten maken in de Europese Unie betalen vaak de minste belasting. In verhouding tot hun winst betalen internetreuzen als Apple, Google, Amazon en co nog minder belasting dan andere bedrijven – of zelfs minder dan gewone werknemers of de bakkerij naast de deur. De particuliere rijkdom in Europa explodeert. De rijken worden overal in de Europese Unie rijker, de armoede verspreidt zich. Dat is geen toeval.
Wij willen rechtvaardige fiscaliteit voorrang geven op het vrij verkeer van kapitaal. Het is hoog tijd om een ambitieuze belasting op financiële transacties in te voeren. In 2011 berekende de Europese Commissie dat zo'n belasting €57 miljard zou kunnen opbrengen. Aan het begin van deze legislatuur wilden de Europese regeringen slechts 3,5 miljard euro ophalen. Minder dan een tiende van de doelstelling van 2011. Maar uiteindelijk heeft zelfs deze verlaagde versie, die opnieuw werd beloofd door de voorzitter van de Europese Commissie Ursula Von der Leyen, het niet gehaald. Een schande. We hebben dit geld nodig. Een wereldwijde belasting op financiële transacties zou het mogelijk maken om schadelijke speculatie in te perken, zonder dat dit ten koste gaat van echte economische investeringen.
We hebben ook gemeenschappelijke minimumnormen nodig voor de belasting van grote activa en topinkomens. We hebben een hoog belastingtarief nodig voor de grootste bedrijven in de Europese Unie. In het begin van de jaren 1980 bedroeg de vennootschapsbelasting in België 48%, en voor de meest winstgevende bedrijven zelfs meer dan 50%. Sindsdien is dit tarief zeven keer verlaagd en bedraagt het nu 25%. Het Internationaal Verbond van Vrije Vakverenigingen schat dat als "de verlagingen van de vennootschapsbelasting in de OESO en andere landen in de toekomst doorgaan, de belastingtarieven tegen het midden van de eeuw bijna nul zullen zijn".
Vanaf 2024 zal de Europese richtlijn met een minimumtarief van 15% van toepassing zijn. Maar ook hier wordt dit minimumtarief ondermijnd door een reeks fiscale achterpoortjes die van toepassing zullen blijven, en door nieuwe aftrekmogelijkheden voor de berekening van de 15% (5% van de personeelskosten en 5% van de materiële activa zouden worden uitgesloten van de belastinggrondslag, wat zou kunnen leiden tot tarieven die veel lager liggen dan 15%). Het Europese project heeft dus alle trekken van een ‘belastingzeef’. Met het bijkomend risico dat het minimumtarief van 15% op veel plaatsen in de praktijk een maximumtarief van 15% wordt.
Voor de PVDA zou het officiële Belgische tarief van 25% de regel moeten zijn voor grote bedrijven. We pleiten voor een minimum effectief belastingtarief van 25% voor bedrijven, met een brede en uniforme belastinggrondslag in de hele Europese Unie. Zonder een effectief minimumniveau voor de vennootschapsbelasting zullen nieuwe instrumenten als de ‘gemeenschappelijke geconsolideerde heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting’ (CCCTB) de neerwaartse spiraal van die belasting waarschijnlijk alleen maar versterken. Lidstaten zullen dan immers gewoon wedijveren om multinationals de allerlaagste belastingvoet te bieden. Alle multinationals moeten hun activiteiten per lidstaat volledig publiek maken en belastingen betalen waar ze winst maken.
Grote bedrijven in bepaalde sectoren profiteren van bepaalde omstandigheden om buitensporige winsten te maken. Dit geldt met name voor crisissituaties, zoals we die sinds 2020 hebben meegemaakt: de Covid-crisis, overstromingen, de oorlog in Oekraïne, de energiecrisis en de landbouwcrisis.
Hetzelfde geldt voor de overwinsten van energiemultinationals, die een dominante positie innemen op de Europese markt en sterk hebben geprofiteerd van de duizelingwekkende stijging van de energieprijzen, nog verergerd door de illegale Russische inval in Oekraïne in februari 2022, om totaal abnormale winsten te boeken dankzij een gigantische kloof tussen verkoopprijzen en productiekosten.
Daarom stelt de PVDA maatregelen voor om 70% van deze overwinsten af te romen. Dit is het niveau dat de energieregulator, de CREG, in België in een van zijn adviezen heeft voorgesteld.
In bepaalde periodes maken banken ook parasitaire overwinsten door hun positie als tussenpersoon tussen verschillende economische spelers. In 2008 moest de staat hen redden van een bijna-faillissement, maar vandaag maken ze weer aanzienlijke winsten. Dit is grotendeels te danken aan de stijging van de rentetarieven door de Europese Centrale Bank. Hierdoor hebben de vier belangrijkste banken in België (BNP Paribas Fortis, Belfius, KBC en ING België) in 2022 een winst van meer dan 7 miljard geboekt.
We willen de digitale reuzen belasten. In 2020 betaalde Big Tech (Google, Apple, Facebook, Amazon, Microsoft) volgens de Europese Unie gemiddeld 9% belasting op hun winst, tegenover 23% voor traditionele bedrijven. Het voorstel voor een Europese belasting op Big Tech werd in 2019 getorpedeerd door de Europese regeringen. Dat is onaanvaardbaar. Pijler 1 van het OESO-EU-project over de belasting van multinationals zou - in theorie - een oplossing kunnen bieden. Het voorziet erin dat de winsten van multinationals worden belast in het land waar ze worden gemaakt. Dit zou ook moeten gelden voor digitale bedrijven, maar de Verenigde Staten proberen hen hiervan uit te sluiten. Het dossier vordert erg traag op internationaal niveau. Pijler 2 streeft dan weer naar een minimum belastingtarief van 15%. De winst moet worden belast in de landen waar de gebruikers van digitale diensten deze gebruiken. Een digitaal belastingtarief moet gebaseerd zijn op het verschil tussen de gemiddelde belasting van andere bedrijven en die van de digitale reuzen.
We willen een miljonairstaks in heel Europa. De beste manier om zo'n belasting op Europees niveau te promoten, is door ze in België in te voeren.
We zijn allemaal vertrouwd met de ongelijkheid op vlak van inkomen, maar de ongelijkheid op vlak van vermogen is nog vele malen groter. Daarom willen we een miljonairstaks invoeren op het nettovermogen boven de vijf miljoen euro, met vrijstellingen voor de eigen woning en professionele activa (tot 500.000 euro in elk geval). De tarieven van deze belasting zouden 2% zijn voor vermogens boven de 5 miljoen euro en 3% voor vermogens boven de 10 miljoen euro. Een dergelijke belasting zou alleen al in België miljarden euro’s per jaar kunnen opbrengen.
Het belasten van de superrijken is een logisch alternatief voor het besparingsbeleid. De miljonairstaks treft slechts een minderheid van de bevolking, maar levert een aanzienlijk rendement op doordat veruit de meeste rijkdom geconcentreerd zit in de handen van de allerrijksten. De miljonairstaks kan gebruikt worden om onze pensioenen, ons onderwijs en ecologische en sociale openbare investeringsprojecten te financieren.
Postbusbedrijven, lege vennootschappen en andere instrumenten voor ‘fiscale optimalisatie’ zijn slechts enkele elementen die de neerwaartse druk op vennootschapsbelastingtarieven vergroten. Het vrije verkeer van kapitaal, verankerd in de EU-verdragen, krijgt in belangrijke richtlijnen de voorrang, zonder dat zelfs maar wordt voorzien in de noodzakelijke beleidsinstrumenten om coördinatie, samenwerking en transparantie op het gebied van de vennootschapsbelasting te waarborgen. Arresten van het Europese Hof van Justitie beperken de mogelijkheid voor lidstaten om krachtige beschermingsmaatregelen tegen agressieve belastingplanning vast te leggen inzake bijvoorbeeld gecontroleerde buitenlandse vennootschappen of exitheffingen, omdat de fundamentele vrijheden van de interne markt belangrijker zijn.
LuxLeaks, PanamaPapers, … de schandalen van grootschalige belastingontduiking houden niet op. Het meest recente schandaal, de CumEx-Files, toonde hoe banken, hedgefunds, aandelenhandelaars en topadvocaten via fraude met dividendbelastingen doelbewust miljarden euro zouden onttrokken hebben aan verschillende landen, waaronder België. Soms werd nooit betaalde roerende voorheffing tot twee keer toe ‘gerecupereerd’. Banken en belastingadviesbureaus die hierbij betrokken zijn, moet hun vergunning worden ingetrokken. Dat betekent ook scherpere controles. Het schandaal werd uitgebracht door een netwerk van klokkenluiders en onderzoeksjournalisten omdat de nationale belastingsdiensten te zwak stonden.
Om doeltreffend te zijn, moet de strijd tegen belastingontwijking en fiscale fraude ook op Europees niveau aangepakt worden. We willen een einde aan belastingparadijzen binnen en buiten de Europese Unie. Wij verbieden transacties met belastingparadijzen en strijden voor een echte Europese zwarte lijst van belastingparadijzen, inclusief EU-lidstaten.
Als we de strijd tegen belastingparadijzen serieus nemen, moeten we een echte zwarte lijst opstellen. Maar als je kijkt naar de Belgische lijst, de Europese lijst of de OESO-lijst, zie je dat we er ver naast zitten. Neem het Pandora Papers-schandaal, dat in 2021 uitbrak. Van de zeven belastingparadijzen die centraal stonden in deze affaire, stonden er slechts twee op de Belgische lijst. Vijf niet: Belize, Panama, Hong Kong, Cyprus en de Seychellen. Maar het wordt nog erger. De dag nadat de Pandora Papers in de pers werden gepubliceerd, kwamen de Belgische minister van Financiën en zijn Europese collega's in Brussel bijeen en besloten... de Seychellen te schrappen van de lijst van belastingparadijzen van de Europese Unie. Tijdens dezelfde vergadering schrapten ze ook het eiland Anguilla van de lijst, hoewel men daar zo goed als geen belasting betaalt.
Bovendien sluiten de Belgische en Europese lijsten van belastingparadijzen automatisch EU-lidstaten uit, onder het voorwendsel dat dit in strijd zou zijn met het vrije verkeer van kapitaal dat is vastgelegd in de Europese verdragen. Toch weten we dat sommige EU-landen (Luxemburg, Nederland, Ierland, Malta, enz.) tot de meest actieve belastingparadijzen ter wereld behoren. We stellen daarom een serieuze en uitgebreide lijst van belastingparadijzen op, zonder exclusiviteit en gebaseerd op de realiteit van de feiten, statistieken over financiële stromen, betrokkenheid bij lekken/papers, etc.
We verbieden alle transacties met deze landen, behalve die waarvan vooraf kan worden aangetoond dat ze gerechtvaardigd zijn door echte economische activiteiten, waarbij puur financiële transacties automatisch worden uitgesloten. Deze maatregel zal leiden tot de opzegging van de fiscale en economische akkoorden die België met bepaalde belastingparadijzen heeft gesloten, met uitzondering van de uitwisseling van fiscale informatie. Het verbod zal ook gelden voor elke bankgroep of audit- en adviesbureau met filialen of activiteiten in belastingparadijzen.
Zolang er binnen de Europese Unie belastingparadijzen zijn, moet het mogelijk zijn het vrij verkeer van kapitaal in vraag te stellen. Artikelen 64 en 65 van het Verdrag staan reeds uitzonderlijke maatregelen toe als er inbreuken op de belastingwetgeving zijn vastgesteld, of als ze gerechtvaardigd zijn voor de openbare orde of de nationale veiligheid. De afbraak van openbare diensten en pensioenen door het stelen van belastinggeld moet ook een van de redenen zijn om tegen het vrij verkeer van kapitaal te kunnen ingaan.
Er zijn te weinig belastingcontroles. Ze leiden zelden tot bijkomende belastingen, en terwijl er een paar controles zijn op bedrijven die betalingen aan belastingparadijzen aangeven, zijn er geen om diegenen op te sporen die dat niet doen. De manipulatie van verrekenprijzen tussen dochterondernemingen is bijvoorbeeld een van de belangrijkste vormen van fraude door multinationals die gebruik maken van belastingparadijzen, maar dit wordt bijna nooit gecontroleerd. Elk jaar zijn de Verenigde Arabische Emiraten (Dubai en Co) de belastingparadijzen die de grootste bedragen aan betalingen registreren. Maar welke specifieke onderzoeken worden er naar dit land uitgevoerd?
In plaats van bezuinigingsmaatregelen op te leggen, willen we landen aanmoedigen om hun belastinginspecties te versterken.
Voor meer transparantie willen wij dat bedrijven op EU-niveau openbaar en per land rapporteren over hun kerncijfers zoals winst, betaalde belastingen, verkoop en werknemers. Met een volledige publicatieplicht in openbare registers voor alle daadwerkelijke eigenaars van brievenbusbedrijven, stichtingen, trusts en onroerend goed.
Wij willen mensen en structuren beschermen die kritische publiciteit mogelijk maken: de zogenaamde klokkenluiders, zoals Antoine Delcour die het LuxLeaks schandaal aan de oppervlakte bracht. Daarom herzien we de Bedrijfsgeheimenrichtlijn die bedrijven helpt hun ‘bedrijfsgeheimen’ te beschermen. De richtlijn laat toe zowat alles wat zich in het bedrijfsleven afspeelt, te onttrekken aan democratisch onderzoek van journalisten, ngo’s, whistle-blowers en zelfs eigen werknemers. De richtlijn kan zelfs ingeroepen worden door bedrijven en consultants om hun fiscale constructies geheim te houden. De wet schrijft zware straffen en immense geldboetes voor en kan dus in theorie gebruikt worden om de journalisten die de Panama Papers hebben bekend gemaakt, te vervolgen.
Pyromanen mogen geen wetten inzake brandveiligheid maken. Daarom verplichten we de Europese Commissie om een firewall op te zetten zodat degenen die belang hebben bij het bevorderen van belastingontwijking en belastingontduiking, beleidsmakers niet kunnen adviseren over maatregelen ter bestrijding van belastingontwijking en belastingontduiking. Deze firewall omvat beperkingen voor de deelname aan expertencomités, belastingstudies of effectenbeoordelingen, beperkingen op het lobbyen voor belastingontwijking en belastingontduiking, en volledige transparantie van lobby’s.
Het redden van de banken, na de financiële crisis van 2008, was een drama voor vele landen. Veel van de schulden van de banken zijn overgeheveld naar de overheidsbegrotingen. De schuld voor de snel gegroeide staatsschuld ligt dus niet bij te kwistige burgers, maar bij het nationaliseren van de schulden van private banken. De daders van de crisis bleven grotendeels ongedeerd. De grote reuzenbanken, zogenaamde universele banken, met hun risicovolle activiteiten, kunnen er nog steeds op vertrouwen dat zij op kosten van de belastingbetaler gered worden. Ze zijn nog steeds “too big to fail.” Dat betekent dat ze te groot en te nauw verbonden zijn met andere sectoren om failliet te gaan, in tegenstelling tot een ander bedrijf dat niet goed functioneert. Als je “too big to fail” bent, dan ben je ook “too big to exist”, te groot om te bestaan. We weigeren de toenemende dictatuur van financiële markten en banken.
We willen een heel andere logica om de macht van de financiële markten aan banden te leggen. Centrale activiteiten worden de afhandeling van betalingstransacties, eenvoudige en veilige spaarinstrumenten en de financiering van openbare en particuliere investeringen. Wij verbieden hedgefondsen, derivaten en gestructureerde financiële producten, evenals kortetermijnspeculatie en short selling.
We schaffen het bankgeheim af. De banken zijn dan verplicht aan de fiscus het saldo mee te delen en een jaarlijkse synthese van de transacties op alle bankrekeningen, individuele rekeningen, rekeningen van dochtermaatschappijen in het buitenland enzovoort. Banken zijn dan ook verplicht te antwoorden op vragen van de fiscus. Nu kunnen ze nog hun toevlucht nemen tot procedures om dat te blokkeren. We willen dat controleurs op elk ogenblik in de banken zelf elke transactie kunnen controleren. Op Europees vlak heffen we het bankgeheim op van Swift, Clearstream en Euroclear, organisaties die internationale financiële transacties uitvoeren of faciliteren.
Voor ons hebben privé-banken alleen maar een brugfunctie tussen economische actoren. Ze mogen van die functie niet profiteren om parasitaire superwinsten te maken. De staat heeft hen in 2008 ternauwernood kunnen redden en nu vergaren ze weer superwinsten. We willen een extra belasting op hun overwinsten, vooral omdat ze direct profiteren van het meer dan genereuze rentebeleid van de Europese Centrale Bank.
De Europese Unie gaat in een totaal andere richting. De voorbije jaren lanceerde de Europese Commissie twee grote initiatieven: de Bankenunie en de Unie van Kapitaalmarkten. De eerste moet de opkomst van grote Europese banken vergemakkelijken, de tweede moet de financiële markten en het kapitaalverkeer nog versterken. De Bankenunie zet aan tot diverse fusies en overnames in de banksector van verschillende lidstaten. In die zin is de Bankenunie een politiek instrument om op Europees vlak een grotere centralisatie en concentratie van kapitaal te creëren. De oprichting en versterking van een pan-Europees bankenoligopolie is een van de belangrijkste gevolgen van de Bankenunie. De Commissie komt actief tussen om de oprichting van openbare banken in lidstaten te bemoeilijken. Het bevorderen van een grotere concentratie in de sector in de richting van steeds grotere en machtigere Europese reuzenbanken is niet in ons belang. We willen openbare banken stimuleren en scheiden zakenbanken van detailbanken. Detailbanken mogen niet langer in speculatieve fondsen investeren.
De Unie van Kapitaalmarkten werd door de Commissie voorgesteld als een initiatief om de financieringsproblemen aan te pakken waarmee kleine en middelgrote ondernemingen tegenover bankinstellingen worden geconfronteerd. Het werkelijke doel is echter de revitalisering van de kapitaalmarkten. De financiële crisis had de winstgevendheid van deze markten en het vertrouwen erin immers aanzienlijk aangetast. De totstandbrenging van een interne markt voor financiële diensten zal als belangrijkste gevolg de intensivering van het kapitaalverkeer hebben. Toxische financiële producten die tot voor kort nog in de schaduw van het officiële bankensysteem groeiden worden gelegaliseerd. Dit kan bestaande problemen in de financiële sector vergroten, maar zal zoals in andere sectoren vooral het einde betekenen van kleinere spelers. De steeds grotere concentratie van kapitaal en rijkdom in enkele grote financiële groepen op EU-niveau zal hen nog meer macht geven. We willen daarom een onmiddellijke stopzetting van het proces.