We brengen de PVDA dichter bij jou en jou dichter bij de PVDA.!

Download onze app

Een actieve vredespolitiek

De wereld verandert. We hebben er niets bij te winnen om ons karretje aan een grote mogendheid te hangen. We willen een ongebonden Europa dat goede betrekkingen onderhoudt met zoveel mogelijk landen. Vrede veronderstelt collectieve veiligheid voor iedereen. Defensie dient om ons grondgebied te verdedigen, niet voor buitenlandse interventies die chaos, de exodus van vluchtelingen en terrorisme veroorzaken.

Met de illegale Russische inval in Oekraïne woedt er opnieuw oorlog op het Europese continent. Al 20 jaar is de PVDA tegenstander van Poetin en zijn regime. Wij veroordeelden toen al zijn asociaal beleid, de oorlog in Tsjetsjenië en de groeiende ongelijkheid in Rusland.

De PVDA heeft onmiddellijk en ondubbelzinnig de inval van Rusland in Oekraïne veroordeeld. Deze oorlog heeft in Oekraïne sinds meer dan twee jaar geleid tot duizenden en duizenden slachtoffers en massale vernietiging van huizen en civiele infrastructuur. De oorlog in Oekraïne bevestigt dat Europa meer dan ooit nood heeft aan een duurzaam veiligheidsbeleid. Deze nieuwe oorlog laat ook op schrijnende wijze het belang zien van respect voor het internationaal recht en de principes van het Handvest van de Verenigde Naties.

 

De wereld snakt naar vrede. Zowel in Gaza als in Oekraïne en andere plaatsen  in de wereld waar oorlogen woeden. We willen dat oorlogsdreiging plaats ruimt voor respect voor soevereiniteit en territoriale integriteit, zoals vastgelegd in het Handvest van de Verenigde Naties. We willen een wereld die vrede en veiligheid waarborgt door middel van ontwapening. De beste vorm van vrede is collectieve veiligheid, waarbij de veiligheid van de één de zorg van allen is.

 

Vandaag verschuift het zwaartepunt van de wereldeconomie naar Azië waar China zijn opmars voortzet. De periode van de onbetwiste werelddominantie van de Verenigde Staten op alle gebieden is voorbij. In het verleden hebben we gezien dat een verandering in de mondiale krachtsverhoudingen een voedingsbodem creëert voor oorlogsgeweld.

 

Vandaag is er dus een nieuwe wereldorde in de maak. Er liggen twee concrete opties voor. Ofwel komt er een bipolaire wereld, met twee tegengestelde blokken, onder leiding van de Verenigde Staten en China, enigszins te vergelijken met de vorige Koude Oorlog.

 

Ofwel een multipolaire wereld waarin een reeks andere onafhankelijke polen ontstaat in het globale Zuiden, zoals India, Afrika en Latijns-Amerika, met Brazilië op kop. Deze tweede optie schept grote mogelijkheden voor het ontstaan van een onafhankelijker Europa, dat de belangen van de werkende mensen kan verdedigen. We willen dan ook een Europa bouwen dat niet in het kielzog blijft hangen van de ene of de andere grote mogendheid, maar zelfstandig zijn beleid kan ontwikkelen.

 

Het doel van de Verenigde Staten is duidelijk: hun wereldwijde dominantie behouden. Washington stort zich nu volop op een beleid om de wereld in twee blokken te verdelen: "Als je niet voor ons bent, ben je tegen ons".

De Verenigde Staten beperken zich niet tot het opleggen van sancties tegen China en andere landen van het Zuiden. Washington oefent druk uit op Europese landen en bedrijven om haar voorbeeld te volgen. Grote Europese bedrijven hebben onder druk van de VS hun handel met China moeten beperken. Dat is objectief een stap achteruit voor de industrialisatie en de economische ontwikkeling van het Europese continent.

 

Europa heeft er alle belang bij om zich niet in een blok te laten inkapselen. We werken aan een wereld waarin elk land zijn partners kan kiezen, Amerikaanse, Aziatische of andere investeerders, zolang die maar kansen bieden aan werknemers aan beide kanten van de wereld.

 

Daartoe zal Europa constructieve relaties moeten aangaan met derde landen, en breken met paternalistische diplomatieke en handelspraktijken, gebaseerd op de uitbuiting van andere landen in de wereld. Eerlijke, respectvolle en gelijkwaardige handelsbetrekkingen met het Zuiden kunnen Europa de commerciële diversificatie bieden die het nodig heeft om een grotere onafhankelijkheid te waarborgen. Dit betekent uiteraard een fundamentele breuk met het huidige model. Een breuk met de visie van de Europese heersende klassen, die Afrika zien als een wingewest voor Europese multinationals. Een neokoloniale visie die beschamend werd verwoord door Josep Borrell in zijn toespraak waarin hij Europa vergeleek met een tuin en de rest van de wereld met een jungle die de Europese tuiniers zouden moeten bewerken.

 

We kiezen voor een ongebonden beleid dat breekt met het blokdenken. Een buitenlands beleid op basis van ongebondenheid betekent noch neutraliteit noch passiviteit, maar een positief, actief en constructief beleid ten gunste van collectieve vrede als basis voor collectieve veiligheid.

Het internationaal recht moet dienen om geschillen tussen landen vreedzaam op te lossen. Een klein land heeft er juist alle belang bij dat de wereld wordt geregeerd door het internationaal recht. We pleiten voor een ongebonden buitenlands beleid, in strikte overeenstemming met het internationaal recht en de beginselen van het Handvest van de Verenigde Naties. Wij hechten met name veel waarde aan soevereiniteit en territoriale integriteit, en natuurlijk ook aan niet-agressie en niet-inmenging in binnenlandse aangelegenheden van andere landen. We respecteren de gelijkwaardigheid van landen als basis voor samenwerking tussen staten en breken met de dubbele standaarden van het Europese beleid.

 

Zoals gebleken is uit de successen van de Belgische bemiddeling bij de vrijlating van Europese gevangenen in Iran, is diplomatie een kunst. Wij willen die herwaarderen. We focussen ons buitenlands beleid op bemiddeling en steun voor regionale vredesonderhandelingen.

 

We ondernemen een groot diplomatiek initiatief voor een rechtvaardige en duurzame vrede in Oekraïne.

 

Persoonlijkheden die zo verschillend zijn als paus Franciscus, de Braziliaanse president Lula en de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, António Guterres, hebben ook al gepleit voor die oplossing.

 

De meeste landen in de wereld, met name in het zuiden, waaronder grote landen als India, Brazilië, Zuid-Afrika en China, weigerden Rusland sancties op te leggen of Oekraïne wapens te leveren. Ook veel Afrikaanse landen weigerden mee te gaan met het standpunt van de Verenigde Staten en de Europese Unie. Al deze landen wezen de escalatie af en riepen op tot gesprekken en diplomatieke inspanningen om de oorlog zo snel mogelijk te beëindigen. Net als de vredesbeweging kiezen we een andere weg dan die van militaire escalatie aan beide kanten. We roepen op tot een onmiddellijk staakt-het-vuren en onderhandelingen.

 

"Je kunt niet onderhandelen met Poetin", antwoorden de Europese hardliners. Hun doel? De deur sluiten voor onderhandelingen en de oorlog laten aanslepen. Toch verliepen sinds het begin van de oorlog verschillende onderhandelingen tussen Oekraïne en Rusland succesvol. Zoals de onderhandelingen die de uitvoer van graan via de Zwarte Zee mogelijk maakten. Een belangrijk resultaat voor veel landen die afhankelijk zijn van dat graan. Maar ook de onderhandelingen tussen de twee regeringen over een gevangenenruil. Beweren dat onderhandelingen onmogelijk zijn is dus gewoon niet waar.

 

Gezien de escalatie, het dagelijks verlies van levens en verwoesting, is het volstrekt onverantwoord om de diplomatieke optie geen kans te geven. Nu zelfs gepensioneerde hoge militairen in de Verenigde Staten en Europa een diplomatieke oplossing als uitweg zien, moet Europa zijn gewicht in de schaal leggen. Het menu van de onderhandelingen voor een rechtvaardige vrede is bekend: respect voor de Oekraïense soevereiniteit en veiligheidsgaranties voor beide landen, net als voor de rest van Europa. We hebben de plicht om het te proberen, want jaren van onderhandelen zijn beter dan nog een dag langer oorlog.

 

We versterken het professionele diplomatenkorps: diplomatie voorkomt en beëindigt oorlogen. We baseren deze diplomatie op het internationaal recht, territoriale integriteit en het streven naar de veiligheid van iedereen in Europa.

 

Westerse militaire interventies op vele fronten zijn geen waarborg voor vrede, veiligheid of stabiliteit. Integendeel. Een studie van Brown University, een van de meest prestigieuze universiteiten in de Verenigde Staten, berekende dat de VS-oorlogen sinds 2001 het leven kostten aan vierenhalf miljoen mensen. Haast een miljoen mensen kwamen direct om het leven ten gevolge van het oorlogsgeweld in Afghanistan, Irak, Pakistan, Syrië, Jemen, Libië en Somalië. Bovendien stierven ongeveer 3,6 miljoen mensen vanwege de gevolgen van deze oorlogen zoals de economische en sociale chaos.

 

België nam intensief deel aan de bombardementen in Libië en Afghanistan. Het Belgische leger werd ook naar verschillende plaatsen in Afrika uitgezonden, zoals Mali en de Sahel. We hoeven echt geen troepen of raketten naar de andere kant van de wereld te sturen om onze veiligheid te garanderen. We passen het principe toe van niet-inmenging buiten onze grenzen.

 

Opkomende machten zoals Brazilië, China en India slaagden erin nauwe en gunstige handelsbetrekkingen aan te knopen zonder militair in te grijpen in het buitenland of militaire bases op te richten over de hele wereld. We steunen alleen het sturen van troepen in het kader van VN-missies voor vredeshandhaving. We doen dit onder strikte voorwaarden, waarbij we rekening houden met specifieke capaciteit die ter plaatse mogelijk niet beschikbaar is.

 

We verzetten ons actief tegen extraterritoriale sancties opgelegd door de Verenigde Staten, zoals die tegen Cuba. De Europese Unie heeft het recht om handel te drijven met wie ze maar wil. De meeste landen in de wereld willen trouwens niets weten van unilaterale sancties, die als illegaal worden beschouwd. We heffen alle sancties op die volgens VN-experts de burgerbevolking treffen en volgens het internationaal recht onwettig zijn.

De oorlog in Oekraïne bevestigt de noodzaak van collectieve veiligheid op het Europese continent. De enige weg die uitzicht biedt op stabiliteit en vrede, is een oplossing die de veiligheid op lange termijn van het hele continent in rekening brengt. Een situatie waarin wij ons veilig voelen omdat onze buurlanden zich zelf veilig voelen. Het is het enige realistische en duurzaam alternatief voor een militair en nucleair opbod dat heel Europa in chaos dreigt te storten.

 

De logica van militaire allianties, blok tegen blok, kan geen vrede garanderen. Bij elke versterking van een militaire alliantie, voelt de tegenstander zich wat minder veilig. Die is dan geneigd zichzelf ook te versterken. Dit is het begin van een escalatie en van een gevaarlijke wapenwedloop, zoals we nu meemaken. Een offensieve militaire alliantie zoals de NAVO, die de wapenwedloop aanjaagt, is geen deel van de oplossing, maar deel van het probleem.

 

De Verenigde Staten vragen de Europese regeringen al jaren om hun militaire uitgaven te verhogen. In 2022 stuurden de Europese Unie en haar lidstaten 52 miljard euro naar Oekraïne. De Duitse kanselier Olaf Scholz trok 100 miljard uit voor militaire uitgaven, waarmee Duitsland zich ertoe verbindt om in de toekomst 2 procent van zijn bbp aan het leger te besteden. President Emmanuel Macron besloot om de militaire uitgaven van Frankrijk te verhogen tot ongeveer 60 miljard euro in 2030, bijna een verdubbeling ten opzichte van 2017. De historische eis van de NAVO om minstens 2 procent van alle in Europa geproduceerde rijkdom aan militaire uitgaven te besteden, is nu enkel nog een minimumdrempel. Het Verenigd Koninkrijk, de Europese bondgenoot van de Verenigde Staten, spendeert al 2,2 procent van zijn bbp aan het leger. Voor België komt de doelstelling om ons militaire budget in enkele jaren te verdubbelen neer op een jaarlijkse stijging van 5 miljard euro.

 

Tegelijkertijd maakten de Verenigde Staten duidelijk dat deze budgetverhogingen in de eerste plaats hun belangen moesten dienen. De NAVO legt "complementariteit" op aan Europese defensie-acties. Dat betekent dat we in overleg met de Verenigde Staten kunnen handelen, maar niet onafhankelijk daarvan. Madeleine Albright, voormalig minister van Buitenlandse Zaken van de VS, vatte dit principe samen met de "drie D's": geen ontdubbeling van NAVO-middelen - dus geen opbouw van een autonome Europese defensie -, geen discriminatie van NAVO-leden die geen EU-lid zijn en geen loskoppeling van het militaire VS-complex. Om Europa's afhankelijkheid van de VS te verzekeren, onthouden de VS zich ervan de belangrijkste militaire technologieën te delen. Europese landen beschikken bijvoorbeeld niet eens over alle gegevens en software van de F-35 gevechtsvliegtuigen die ze hebben aangekocht.

 

Moeten we echt zoveel geld uitgeven als we weten dat de grote bedragen die aan bewapening worden besteed evengoed zouden kunnen worden gebruikt om de stijgende kosten van levensonderhoud te bestrijden en de klimaatcrisis aan te pakken? Brengt ons dit dichter bij vrede? Nee, dat denken we niet.

 

Om vrede te bereiken en onze militaire uitgaven te rationaliseren, willen we de Europese veiligheids- en defensiestrategie heroriënteren. Enerzijds moeten we focussen op de verdediging van ons grondgebied, niet op militaire avonturen aan de andere kant van de wereld. Anderzijds moeten we werk maken van collectieve veiligheid op het continent door middel van een gemeenschappelijke vredesarchitectuur.

 

Vrede is niet de afwezigheid van oorlog, vrede betekent echte veiligheid. Onbevreesd leven kun je maar in een veilige omgeving die je beschermt tegen oorlog, conflicten en bedreigingen. We kiezen voor 'collectieve veiligheid'. Dit is trouwens een van de principes van de Verenigde Naties. In de jaren 1970 stond "collectieve en ondeelbare veiligheid" centraal in het Helsinki-proces. Niemand is veilig tot we allemaal veilig zijn. Het Helsinkiproces speelde een belangrijke rol in het doen afnemen van de spanningen tussen Oost en West tijdens de Koude Oorlog. De drie ontwapeningsakkoorden die in haar schoot gesloten werden, deden ook het vertrouwen tussen de Europese landen groeien. Pierre Harmel, de Belgische minister van Buitenlandse Zaken van 1966 tot 1973, was een van de inspiratoren van dit Helsinki-proces gebaseerd op samenwerking en dialoog.

 

Het Helsinkiproces omarmde niet alleen de politiek-militaire aspecten van veiligheid, maar keek veel breder naar de economische, ecologische, menselijke en sociale dimensies. Ook in de Verenigde Naties sluit het principe van menselijke veiligheid hierop aan. We willen dus een nieuwe veiligheidsarchitectuur voor Europa. Historisch gezien biedt het Helsinkiproces, dat leidde tot de oprichting van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE), een bron van inspiratie. We zien ook nieuwe vormen van vreedzame samenwerking ontstaan tussen landen over de hele wereld.

 

We garanderen daarom een niet-gebonden status, zodat geen enkel land noch door Rusland, noch door de NAVO wordt "ingekapseld" en er geen buitenlandse militaire bases, troepen of wapensystemen (nucleair of anderszins) gestationeerd worden. Zo kunnen soevereiniteit en niet-inmenging in de binnenlandse aangelegenheden, de grondbeginselen van het internationaal recht, worden gerespecteerd.

 

Zo maken we de breuk met de huidige bewapeningswedloop. We pleiten voor het opnieuw opstarten van multilaterale ontwapeningsprocessen en het reactiveren van belangrijke nucleaire en conventionele ontwapeningsverdragen. We ondertekenen en ratificeren het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het verbod op kernwapens. Wij willen geen kernwapens op ons grondgebied en eisen de onmiddellijke terugtrekking van de wapens die in Kleine Brogel opgeslagen liggen. We laten België een actieve diplomatieke rol spelen voor de vernietiging van het nucleaire arsenaal in de wereld.

De Europese Commissie beweert dat méér Europese militaire samenwerking jaarlijks een besparing tot 100 miljard euro kan opleveren. Toch leiden de huidige Europese samenwerkingsverbanden op het gebied van defensie steevast tot hogere militaire uitgaven. In 2023 ontwikkelde de Europese Unie inderhaast meerdere programma's om de wapenindustrie te steunen. De productie wordt ook opgedreven, zonder dat de EU zich zorgen maakt over de  nachtdiensten en overuren die zich opstapelen voor de werknemers in de sector. Maar de ASAP (steun voor munitieproductie) en EDIRPA (steun voor overheidsaankopen van wapens en munitie) programma's volstaan nog steeds niet voor Thierry Breton, de Europese Commissaris voor Industrie. In februari 2024 presenteerde hij een gigafonds van 100 miljard euro om de wapenindustrie verder te ontwikkelen. Geld dat niet zal worden gebruikt voor de groene transitie of sociale uitgaven. En dat zal bijdragen aan de militarisering van onze samenleving als geheel, terwijl helse uurroosters de gezondheid van de werknemers in de sector zullen vernietigen.

 

Deze tegenstrijdigheid is gemakkelijk te verklaren. Het defensiebeleid staat in dienst van en is afhankelijk van de doelstellingen van het buitenlands en veiligheidsbeleid. In plaats van zich te concentreren op de verdediging van haar grondgebied en van haar burgers, wil de Europese Unie een wereldwijde militaire rol spelen binnen de NAVO. Ze wil overal ter wereld militair kunnen ingrijpen en speciale brigades hebben die daartoe in staat zijn. De Europese samenwerking gaat systematisch in de richting van een Europees leger, met het oog op de uitbouw van een Europees militair-industrieel complex. Wij verwerpen deze logica. De roeping van Europa is niet om het imperialisme van de Verenigde Staten na te doen, met zijn 800 militaire bases over de hele wereld en 800 miljard aan militair budget. Wij verwerpen een Europees leger dat voor interventies in het buitenland wordt ingezet.

 

Voor ons moet defensie de verdediging van het grondgebied en de veiligheid van de werknemers in Europa garanderen. Wij pleiten voor Europese samenwerking met een aantal landen, te beginnen met onze buurlanden, binnen het strikte kader van de verdediging van het grondgebied. We richten ons aankoop- en ontwikkelingsbeleid voor militaire uitrusting op de verdediging van ons grondgebied, niet op militaire avonturen over de hele wereld.

 

De F-35, ontwikkeld door de VS-gigant Lockheed Martin voor offensieve en heimelijke militaire operaties op lange afstand, hoort niet thuis in deze defensieve doctrine. Voor puur defensieve doeleinden volstaan ruimschoots andere Europese gevechtsvliegtuigen. We herzien de contracten voor de aankoop van F-35 gevechtsvliegtuigen. Tegelijkertijd verminderen we onze militaire afhankelijkheid van de Verenigde Staten en diversifiëren we de bronnen van onze wapens.

 

Door Europese samenwerking gepaard te laten gaan met lastenverdeling zou ook de rationalisatie van militaire uitgaven mogelijk worden, in plaats van verstrikt te raken in - of zelfs verantwoordelijk te zijn voor - de nieuwe wapenwedloop. We steunen daarom een Europese samenwerking, in de eerste plaats met onze buurlanden, gericht op het rationaliseren in plaats van het verhogen van de militaire uitgaven, in een context waarin de gezamenlijke Europese militaire budgetten die van Rusland en India al ver overstijgen.

 

Op Europees vlak weigeren we dat wat defensie betreft meerderheidsbesluiten in de plaats komen van unanieme besluiten. Elk land moet het recht hebben om te beslissen hoe het zijn strijdkrachten inzet. In België willen we transparantie en burgerparticipatie bij alle belangrijke beslissingen over defensie en buitenlands beleid. We willen bindende burgerreferenda over fundamentele kwesties van oorlog en vrede.

 

Wij verwerpen de militarisering van de ruimte. We stellen het Europese ruimtevaartprogramma exclusief ten dienste van sociale en ecologische uitdagingen. Programma's voor het beveiligen van satellietcommunicatie mogen niet ingezet worden om militaire operaties buiten het Europese continent te vergemakkelijken.

 

We verbeteren de cyberveiligheid van onze instellingen en strategische infrastructuur door de versterking van onze voorbereidings-, detectie- en reactiecapaciteit inzake bedreigingen, aanvallen en spionage. We verwerpen elke buitenlandse inbraak in onze computernetwerken, van welke bron dan ook, inclusief de Verenigde Staten.

 

De oorlog in Gaza is, in verhouding tot de bevolking, de dodelijkste van de 21e eeuw als het gaat om burgerslachtoffers. In de eerste maanden van de oorlog stierven 250 mensen per dag onder de bombardementen van het Israëlische leger. In de eerste zes weken van de oorlog doodde Israël meer vrouwen en kinderen dan de Verenigde Staten deden in Irak in een heel jaar na de invasie van 2003. Verklaringen van Israëlische leiders die Gazanen vergelijken met menselijke dieren of die oproepen om Gaza etnisch te zuiveren, zijn net als de acties van het IDF (het Israëlische leger) stuk voor stuk genocidale daden. Toch weigerde het Europees Parlement in januari 2024, na meer dan 100 dagen oorlog en 25.000 doden, te stemmen voor een onmiddellijk staakt-het-vuren in Gaza. Zelfs het bombarderen van ziekenhuizen wordt impliciet gerechtvaardigd door de resolutie van het parlement. Wat een contrast met de veroordelingen door ditzelfde parlement van de oorlogsmisdaden van Rusland in Oekraïne. In België heeft de regering in de praktijk de klacht van Zuid-Afrika bij het Internationaal Gerechtshof niet gesteund en ook geen maatregelen genomen om de wapenhandel naar Israël via de haven van Antwerpen te stoppen. Dit gebrek aan actie maakt ons land medeplichtig. Om Rusland onder druk te zetten, heeft de Europese Unie 12 sanctiepakketten aangenomen wegens zijn aanvalsoorlog tegen Oekraïne, maar ze overweegt zelfs niet om de associatieovereenkomst met Israël op te schorten. Die politiek van twee maten, twee gewichten moet stoppen.

 

De schendingen van het internationaal recht door Israël begonnen echter niet na 7 oktober 2023. Die zijn al meer dan 75 jaar aan de gang. Israël heeft zich niet gehouden aan meer dan honderd resoluties van de Verenigde Naties. Naast beschuldigingen van genocidaire daden in Gaza, wordt het land ervan beschuldigd een systeem van apartheid tegen de Palestijnen te hebben opgezet, dat door alle grote mensenrechten-ngo's aan de kaak gesteld wordt. Vandaag gaat de Israëlische regering over tot de annexatie van de illegaal bezette Palestijnse gebieden. Al decennialang zijn de Europese Unie en België medeplichtig aan de kolonisatie van Palestina door de Israëlische staat, een bezetting die het hele Midden-Oosten ontwricht. 

 

Israël heeft een slechte reputatie verworven vanwege zijn kolonisatiebeleid ten aanzien van zijn oorspronkelijke bewoners, de Palestijnen. Er zijn ongeveer 7 miljoen Palestijnse vluchtelingen over de hele wereld, waarvan ongeveer 3 miljoen in Jordanië, Syrië en Libanon, en meer dan 2 miljoen in de bezette Palestijnse gebieden. De totale bevolking van de door Israël bezette Palestijnse gebieden is ongeveer 5 miljoen mensen. Bovendien wonen er 1,8 miljoen Palestijnen binnen de Israëlische grenzen. Ze zijn allemaal tweederangsburgers van wie de rechten dagelijks worden geschonden.

 

Recentelijk heeft het Israëlische bezettingsleger zijn militaire operaties tegen de Palestijnse bevolking geïntensiveerd. Gaza is praktisch met de grond gelijk gemaakt sinds eind 2023, met tienduizenden burgerlijke slachtoffers, voornamelijk vrouwen en kinderen. In de eveneens bezette Westelijke Jordaanoever vallen veel slachtoffers, waaronder tientallen kinderen per jaar.

Israël heeft tientallen resoluties van de Verenigde Naties, zowel van de Veiligheidsraad als van de Algemene Vergadering, naast zich neergelegd en negeert voortdurend oproepen tot eerbiediging van het internationaal recht. Ze kunnen dit blijven doen omdat de Verenigde Staten hen steunen. Maar ook de Europese Unie is al lange tijd een loyale bondgenoot en lijkt Israël eerder te belonen dan te straffen voor zijn bezettingspolitiek.

 

Ondanks de onderdrukking van de Palestijnen geniet Israël inderdaad een bevoorrechte status in zijn betrekkingen met Europa. Deze status is vastgelegd in de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en Israël. Ondertekend in 1995 en in werking getreden in juni 2000, houdt de overeenkomst in dat producten die vanuit Israël naar de Europese Unie worden geëxporteerd volledig worden vrijgesteld van heffingen, met uitzondering van die uit de nederzettingen in de Palestijnse gebieden van de Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem.

 

De Associatieovereenkomst voorziet in een regelmatige dialoog over wetenschappelijke, technologische, culturele, audiovisuele en sociale kwesties. Israël maakt ook deel uit van het Europese nabuurschapsbeleid (ENP) en heeft als onderdeel van het actieplan daarvan tien subcomités opgericht, onder meer over onderzoek, innovatie, informatiemaatschappij, onderwijs en cultuur. Als gevolg van deze overeenkomst heeft Israël in 2003 deelgenomen aan het zesde kaderprogramma voor onderzoek, ontwikkeling en technologie, FP6, waarbij het Europese subsidies ontving voor zijn onderzoekers.

 

Sinds 2014 heeft Israël toegang tot de Europese programma's Horizon 2020 en later Horizon Europe. Israëlische onderzoekers, innovators en onderzoeksinstellingen kunnen nu deelnemen aan het onderzoeks- en innovatieprogramma van de Europese Unie, dat een budget heeft van 95,5 miljard euro, op gelijke voet met entiteiten uit de lidstaten van de Europese Unie. Veel van deze programma's zijn gerelateerd aan de Israëlische militaire industrie.

 

Al jarenlang zijn de Europese Unie en België dus medeplichtig aan de kolonisatie van Palestina door de Israëlische staat, een bezetting die het hele Midden-Oosten destabiliseert. De Europese Unie is medeplichtig aan de vernietiging van huizen, scholen en olijfbomen, aan de gevangenneming van kinderen en aan uitbreidende annexaties. Dit moet stoppen. Het is hoog tijd dat de Europese Unie de nodige druk uitoefent om ervoor te zorgen dat Israël het internationaal recht respecteert en het Associatieakkoord opschort dat het met Israël verbindt. Daarnaast moet men de Europese financiering stopzetten van Israëlische universiteiten, organisaties en programma's, inclusief op het gebied van onderzoek.

 

Artikel 2 van het Associatieakkoord bepaalt immers dat "de betrekkingen tussen de partijen, evenals alle bepalingen van dit akkoord, gebaseerd zijn op eerbiediging van de mensenrechten en de democratische beginselen die hun binnenlandse en internationale beleid inspireren en die een essentieel onderdeel van dit akkoord vormen". Artikel 79 voorziet in een mogelijke opschorting "indien een partij van mening is dat de andere partij niet voldoet aan een verplichting voortvloeiend uit dit akkoord".

 

De internationale campagne Boycot Apartheid was in de jaren tachtig van de vorige eeuw een grote hulp bij het omverwerpen van het Zuid-Afrikaanse racistische apartheidsregime. Zolang de Israëlische regering het internationaal recht en de rechten van de Palestijnen weigert te respecteren, is ook tegen de Israëlische apartheid een boycot de meest aangewezen eerste maatregel. We nemen daarom actief deel aan de internationale BDS-campagne (Boycot, Divestment, Sanctions). We stoppen de invoer en verkoop van producten uit Israël. Net als economische missies naar Israël. Bedrijven die banden hebben met de bezetting van Palestina sluiten we uit van overheidsopdrachten. 

 

We passen ook een militair embargo toe, dat eveneens geldt voor de doorvoer van wapens en militaire technologie via Europese (lucht)havens.

 

De PVDA veroordeelt krachtig alle vormen van racisme, inclusief antisemitisme. We verwerpen categorisch elke poging om kritiek op het beleid van de Israëlische overheid gelijk te stellen aan antisemitisme. Dat maakt deel uit van de strategie om mensen en organisaties te criminaliseren die zich consequent verzetten tegen de misdaden en straffeloosheid van de staat Israël tegenover het Palestijnse volk.

 

We roepen de ambassadeur van de EU in Israël terug zolang er geen einde komt aan de etnische zuivering van Gaza. Tot slot willen we Netanyahu, de Israëlische premier, en Israël internationaal berechten voor de genocidaire daden die in Gaza zijn gepleegd. We steunen actief de zaak van Zuid-Afrika voor het Internationaal Gerechtshof.

 

We eisen van de Europese Unie de onmiddellijke en onvoorwaardelijke erkenning van Palestina.

 

Enerzijds heeft de recente oorlog tegen de Palestijnen de humanitaire behoeften aanzienlijk vergroot. Al voor de oorlog moest de UNRWA, het VN-agentschap voor Palestijnse vluchtelingen, openbare diensten verlenen aan 1,5 miljoen Palestijnen in kampen. Sinds de oorlog zijn nog honderdduizenden Palestijnen afhankelijk geworden van hulp. Aan de andere kant hebben de Verenigde Staten en sommige andere donoren, die de kant van Israël kiezen, de financiering van UNRWA ondermijnd. Europa kan een rol spelen in een betere financiering van dit agentschap en andere organisaties, agentschappen en overheidsinstanties die hulp bieden aan de Palestijnen.

Ondervraagd in het Europees Parlement door PVDA-Europarlementslid Marc Botenga, gaf de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid, Josep Borrell, toe dat overal waar hij komt, van India tot Afrika, de Europese Unie verweten wordt dubbele standaarden te hanteren.

 

Europese landen bestraffen Rusland voor de oorlog in Oekraïne, maar ondernemen niets tegen Israël, dat Palestina al tientallen jaren bezet houdt en in de Gazastrook een etnische zuivering uitvoert. De Europese Unie wil de oorlogsmisdaden van Poetin straffen, maar niet die van de Amerikaanse president George W. Bush. De Europese Unie veroordeelt de illegale Russische invasie in Oekraïne, maar vernietigde Libië zelf illegaal, met de steun van alle Belgische partijen behalve de PVDA. Om de soevereiniteit van de Afrikaanse landen te respecteren, vragen we de terugtrekking van de militaire troepen die op het continent aanwezig zijn.

 

Want vandaag verliest de Europese Unie alle geloofwaardigheid op het internationale toneel. In een turbulente wereld brengt deze aanpak ernstige schade toe aan de diplomatieke en handelsbetrekkingen van Europa. We hebben integendeel een echt multilateralisme op voet van gelijkheid nodig. Andere landen gebruiken schendingen van het internationaal recht door Europese landen als excuus om die van henzelf te rechtvaardigen. De landen van de Europese Unie moeten een voorbeeld zijn in hun respect voor het internationale recht en dat ook van hun zogezegde bondgenoten eisen.

 

Al jaren zaaien de M-23-rebellen dood en verderf in het oosten van de Democratische Republiek Congo. De Verenigde Naties stelden vast dat ze steun krijgen van de Rwandese regering. Desondanks versterkte de Europese Unie de militaire samenwerking met Rwanda door 20 miljoen euro beschikbaar te stellen zodat Rwanda de rol van regionale politieagent kan spelen. Het is onaanvaardbaar om lippendienst te bewijzen aan de soevereiniteit van de Democratische Republiek Congo, maar deze te ondermijnen door militaire steun te geven aan Rwanda. In het Europees Parlement hebben we als PVDA en met onze parlementaire fractie The Left, voorgesteld dat Europese landen de militaire samenwerking met de Rwandese regering stopzetten. Het is hoog tijd dat de Europese Unie stopt met verdeeldheid te zaaien onder de Afrikaanse landen en de chaos aan te wakkeren om de controle over de mineralen en andere rijkdommen van Congo te behouden. Het plunderen moet stoppen.

 

Vandaag maakt de Europese Unie zich op om landen in het Zuiden, zoals Bolivia, Chili en de Democratische Republiek Congo, te plunderen om batterijen te bouwen voor de noordelijke markt. Of het potentieel van landen als Namibië te gebruiken om de waterstof te produceren die nodig is om energie op te wekken in Europa. Het is een nieuwe vorm van kolonialisme, een groen neokolonialisme. Het houdt bovendien het risico in van verder oplopende geopolitieke spanningen.

 

We moeten de industriële ontwikkeling van Afrika en het globale Zuiden aanmoedigen, zodat ze zich kunnen bevrijden uit de wurggreep van de Europese multinationals en zelf de ontwikkeling en industrialisatie van hun natuurlijke rijkdommen in handen kunnen nemen.

 

De strijd tegen belastingparadijzen kan bijdragen aan de begroting van landen in het Zuiden. Hiervoor hebben we een Europese lijst van belastingparadijzen nodig. We gebruiken de extra inkomsten die voortkomen uit de strijd tegen belastingparadijzen om de investeringen in internationale solidariteit te verhogen. In Afrikaanse landen die niet de middelen hebben om belastingen te controleren en te innen, slagen multinationals erin om op grove wijze belasting te ontduiken. We willen dat de mensen in het zuiden hun lot in eigen handen kunnen nemen en zich kunnen bevrijden van het neokoloniale juk. Zowel de onderhandelingen binnen het zogenaamde 'inclusieve kader' van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO, een samenwerking die voornamelijk de westerse landen omvat), als de resultaten van het wereldwijde belastingakkoord van de OESO zijn teleurstellend geweest op het gebied van inclusie van en herverdeling naar lage-inkomenslanden. We steunen daarom de resolutie van de Afrikaanse Groep binnen de Verenigde Naties voor de oprichting van een internationaal belastingverdrag en een inclusief belastingorgaan binnen de Verenigde Naties om ervoor te zorgen dat lage-inkomenslanden op gelijke voet kunnen deelnemen aan de algehele hervorming van de internationale belastingregels.

 

We voeren een audit uit over de openbare schuld van arme landen. Vaak betalen zuidelijke landen leningen terug die veel te zwaar zijn in verhouding tot hun bbp. Hoe kan een land duurzaam zijn eigen industrie en infrastructuur ontwikkelen als de middelen die het daarvoor heeft worden geplunderd of in handen zijn van buitenlandse multinationals? Of als dit land geen belastingen kan innen en enorme schulden moet aflossen? De schuld van veel landen zal nooit worden terugbetaald. Schuld is ook synoniem aan chantage om een beleid van bezuinigingen en privatiseringen op te leggen of om gunstige contracten te verkrijgen. Deze praktijken moeten stoppen. In het kader van een audit proberen we vast te stellen welk deel van de schuld onrechtvaardig is. Is de lening onder zware druk van de Wereldbank of het Internationaal Monetair Fonds verstrekt? Is het afgesloten door een dictator? Is het verstrekt in het kader van de dekolonisatie? Het annuleren van dit onrechtvaardige deel van de schuld zou een daad van rechtvaardigheid en herstel zijn. Bovendien kan dit niet worden gecompenseerd in de budgetten voor internationale samenwerking.

 

Het Internationaal Monetair Fonds en de Wereldbank hebben landen in het Zuiden verstikt door leningen met hoge rentetarieven en talloze voorwaarden te verstrekken. Ze hebben deze landen gedwongen tot privatiseringen en structurele hervormingen om multinationals toegang te geven tot hun markten. Vandaag de dag zijn er alternatieven voor deze financiële instellingen. Ze zouden kunnen worden vervangen door een nieuwe instelling, onder de leiding van de Conferentie van de Verenigde Naties over Handel en Ontwikkeling (UNCTAD). Deze instelling is het best gepositioneerd om de belangen van zuidelijke landen op gelijke voet te verdedigen. We willen de oprichting van een nieuw mechanisme voor internationale ontwikkeling, met eerlijke kredietvoorwaarden. Elk land zal een stem hebben. Binnen het Internationaal Monetair Fonds (IMF) hebben vijf landen vandaag de dag meer stemmen dan alle andere landen samen. Alleen al de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk hebben samen 40% van de stemmen. Deze nieuwe financiële instelling zal democratischer zijn. Het zal niet langer de belangen van de kredietverlenende naties vertegenwoordigen en de krediet ontvangende landen niet langer dwingen zich te onderwerpen. Het zal de ontwikkeling en belangen van de volkeren verdedigen.