PVDA wil de sociale crisis aanpakken en Brussel van het faillissement redden
In de huidige verkiezingscampagne staan twee politieke visies op het Brussels Gewest tegenover elkaar. Aan de ene kant het project van de rechtse partijen, de liberale familie en de N-VA. Dat betekent besparingen, privatisering en nog meer macht voor grote projectontwikkelaars. Aan de andere kant is er het PVDA-programma voor sociale ommekeer.
De linkse partij pleit voor een herfinanciering van het Gewest, voor een breuk met de politieke privileges, de versnippering en de geldverspilling. De PVDA wil de sleutels van het Gewest tenslotte teruggeven aan zijn 1,2 miljoen inwoners en breken met de groeiende macht van de grote projectontwikkelaars. Dat is een fundamentele breuk met het beleid dat al 30 jaar wordt gevoerd door coalities onder leiding van de PS/Vooruit en de MR/VLD, soms geflankeerd door Groen, Défi, soms door CD&V of les Engagés.
De PVDA presenteert haar plan "Voor een sociale ommekeer: Krachtlijnen voor een Brussels Gewest." Om de sociale crisis in de hoofdstad aan te pakken en het Gewest uit het faillissement te halen.
Françoise De Smedt, fractieleider in het Brussels parlement, legt uit: "Ons Gewest is in de greep van een diepe sociale crisis. Eén kind op vier loopt het risico om in armoede op te groeien en te veel jongeren hebben geen kwaliteitsvolle job. De huisvestingscrisis is nog nooit zo groot geweest. De huurprijzen voor appartementen die vaak te klein of in slechte staat zijn, rijzen de pan uit."
De PVDA hekelt ook het feit dat het Gewest niet over de middelen beschikt om deze sociale noodsituatie aan te pakken. Nabil Boukili, federaal afgevaardigde van de PVDA en lijsttrekker voor de Brusselse Kamer van Volksvertegenwoordigers, legt uit: "Het Gewest is zo goed als failliet. Deze situatie brengt de openbare diensten in gevaar, gaande van sociale huisvestingsmaatschappijen, de MIVB, de watermaatschappij (Vivaqua) en de elektriciteitsmaatschappij, tot gezondheidszorg, rusthuizen en afvalophaling.”
Drie veranderingen en vijf projecten
De PVDA stelt een plan voor dat gebaseerd is op drie fundamentele pijlers om de sociale noodsituatie en het faillissement van het Gewest aan te pakken. Nabil Boukili: "Eerst en vooral moet het Brussels Gewest geherfinancierd worden door de federale staat. Ons Gewest genereert bijna 20% van de rijkdom van het land, maar ontvangt minder dan 9% van de belastinginkomsten. Ons Gewest biedt een waaier van diensten en jobs aan het hele land. En dat is normaal, het speelt zijn rol als hoofdstad van het land. Maar het moet de middelen hebben om dit te doen. Dat is de eerste stap die we moeten zetten."
Jan Busselen, lijsttrekker voor PVDA (Nederlandstalig college) in het Brussels Gewest en Brussels volksvertegenwoordiger, voegt daar aan toe dat de tweede pijler de institutionele verspilling en de politieke privileges wil tegengaan: “Ten eerste zijn er te veel ministers en te veel bevoegdheidsniveaus. Vijf ministers/collegeleden voor gezondheidszorg, dat is absurd. Daarom willen wij de drie gemeenschapscommissies (Cocof, VGC en Cocom) samenvoegen op gewestelijk niveau, wat al voor vereenvoudiging zorgt. Maar ook willen we het ruimtelijke ordenings- en huisvestingsbeleid efficiënter en coherenter maken door deze bevoegdheden van de gemeenten over te hevelen naar het Gewest."
Françoise De Smedt vervolgt: "Er is ook een politieke klasse in Brussel die boven haar stand leeft. De best betaalde politicus van ons land is de voorzitter van het Brussels Parlement. Hij verdient bijvoorbeeld meer dan de Britse premier. En het kabinet van minister-president Rudi Vervoort is met 86 medewerkers het grootste in ons land.”
Françoise De Smedt stelt de derde krachtlijn van de PVDA voor: "Een handvol grote projectontwikkelaars uit de rijkste families van België heeft veel te veel macht in het Brussels Gewest. Daardoor verergert de Brusselse situatie en groeit het gat in de begroting. We moeten breken met deze betonbaronnen. Kijk naar de metrowerken: het consortium rond Besix en Jan De Nul plegen de roof van de eeuw. We begonnen met een project dat 1 miljard euro zou kosten en dat klaar zou zijn in 2025. Vandaag worden we opgezadeld met een rekening van meer dan 4,7 miljard euro. Dat is onbetaalbaar."
Françoise De Smedt gaat verder: "We moeten ook stoppen met het verkopen van onze openbare grond aan vastgoedontwikkelaars die voornamelijk luxewoningen bouwen. Het gevolg is dat de woonprijzen onbetaalbaar zijn geworden voor een groeiend deel van de bevolking. De Brusselse beleidsmakers luisteren te veel naar deze betonbaronnen in plaats van de voorrang te geven aan de noden van haar bevolking. Daar gaan wij tegen in. Daarom willen wij een sociale ommekeer. En dat doen we door 100% publieke woningen te bouwen op openbare grond en door de huurprijzen te doen dalen aan de hand van prijsregulatie.”
Deze drie krachtlijnen zijn nodig om vijf grote projecten uit te voeren die een antwoord bieden op de sociale nood in Brussel:
- Betaalbare huisvesting en stedenbouw
- Beter openbaar vervoer
- Sterke openbare diensten: water, energie, netheid, burgerdiensten
- Goede werkgelegenheid
- Toegankelijke en kwalitatieve gezondheidszorg
Natuurlijk maken deze drie pijlers en vijf krachtlijnen deel uit van het nationaal PVDA-programma, dat ook zal inzetten op de drastische verbetering van onderwijs, cultuur en veiligheid. Drie belangrijke uitdagingen die vandaag een grote impact hebben op onze hoofdstad.