Aanpassing seksueel strafrecht zet slachtoffers in de kou
Minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open Vld) wil het seksueel strafrecht aanpassen. De hervorming wordt aangekondigd als een nodige aanpassing aan de tijdsgeest en een belangrijke stap in de strijd tegen seksueel geweld. Alle toeters en bellen ten spijt, is dit wetsontwerp niet de beloofde stap vooruit. Integendeel. Wat de Vivaldi-regering voorstelt, is een stap achteruit wat de bescherming van slachtoffers betreft, zeker van minderjarigen. Een vreemde zet van een regering die zich als feministisch profileert. Marianne, de vrouwenbeweging van de PVDA, verzet zich met klem tegen het wetsontwerp en aanvaardt evenmin dat de minister het zonder grondige consultatie van het feministische middenveld door het parlement wil jagen.
Dat seksueel geweld een prioritaire aanpak verdient, staat buiten kijf. De afgelopen weken was het thema regelmatig in de actualiteit. Zo was er de tragische wanhoopsdaad van een 14-jarig meisje uit Gent na een groepsverkrachting. Verschillende studies toonden opnieuw aan hoe vaak seksueel geweld in ons land voorkomt. De Universiteit van Gent toonde aan dat 64% van de Belgen tussen 16 en 49 jaar (81% vrouwen en 48% mannen) al te maken kreeg met seksueel geweld.
Ook Plan International België kwam met een onderzoek over straatintimidatie. Liefst de helft van de meisjes uit het onderzoek gaf aan beperkt te zijn in bewegingsvrijheid. Ze passen hun route aan, gaan niet alleen buiten of vermijden bepaalde plaatsen. Kortom, seksueel geweld en intimidatie zijn ernstige maatschappelijke problemen, waarvoor een goede aanpak moet komen. De aanpassing van het seksueel strafrecht hoort daarbij, maar het moet dan wel een echte stap vooruit zijn. We verwijzen de minister dan ook graag naar het Spaanse voorbeeld. Begin dit jaar sprak Marianne met Irène Montero, minister van Gelijkheid in Spanje. Zij is initiatiefneemster van de wet “Solo si es si” (alleen ja is ja). Een progressieve wet die de strijd aangaat met o.a. seksueel geweld. Deze wet kwam er na een sterke feministische beweging tegen geweld. De wet zet in op bescherming van het slachtoffer. “Al die slachtoffers hebben rechten en de publieke macht moet erover waken dat die gerespecteerd worden”, zei Montero daarover. Het wetsvoorstel van Van Quickenborne schiet daarin tekort.
Niet met opzet, dus geen verkrachting?
Een steeds terugkerende vaststelling als het over seksueel geweld gaat, is dat slachtoffers zelden klacht indienen. Vaak zijn ze bang om niet geloofd te worden, dat ze terecht zullen komen in een situatie van woord tegen woord. Het gevolg is dat slechts één op de acht slachtoffers aangifte doet. Meer dan de helft van de klachten wordt gearchiveerd zonder dat er een proces van komt. Een wetsaanpassing zou met deze realiteit rekening moeten houden. Dit wetsontwerp doet dat niet, maar maakt het integendeel nog moeilijker om tot een bestraffing te komen.
De nieuwe omschrijving van verkrachting luidt als volgt: “Elke wetens en willens gestelde daad die bestaat of mede bestaat uit een seksuele penetratie van welke aard en met welk middel ook, gepleegd op een persoon of met behulp van een persoon die daar niet in toestemt.” Met deze nieuwe formulering maakt de wetgever het nóg moeilijker voor het slachtoffer om bewijs te leveren van een verkrachting. Bovenop het feit dat men moet aantonen dat er een penetratie heeft plaatsgevonden, die ook nog eens tegen de wil was, moet er ook nog aangetoond worden dat de dader intentioneel handelde. Een verkrachting is zelden het verhaal van de man in de bosjes die een nietsvermoedend slachtoffer opwacht en overvalt. Vaak zijn de situaties minder duidelijk maar daarom niet minder grensoverschrijdend. Laten we dit even bekijken in het kader van een verkrachting binnen een koppel. De ene partner dwingt seksuele betrekkingen af van de andere. Hij gaat over de schreef, maar het is moeilijk om aan te tonen dat de verkrachting bewust was. Kan hij dan vrijuit gaan als het slachtoffer of de onderzoeksrechter die intentie niet kan aantonen? Welk nut heeft deze extra drempel? Het zal enkel leiden tot nog meer remmingen om klacht in te dienen en nog meer seponeringen.
De minderjarige moet machtsmisbruik aantonen
Een andere onaanvaardbare passage gaat over de bescherming van jongeren. Of het gebrek daaraan. Wanneer er sprake is van misbruik van een minderjarige door een persoon in een gezags- of vertrouwensfunctie, zal er moeten worden aangetoond dat er misbruik is gemaakt van die gezags- of vertrouwensfunctie. Een minderjarige sporter zal bijvoorbeeld moeten bewijzen dat de sportcoach zijn of haar positie heeft misbruikt. Hoe kan een minderjarige dit bewijzen? Dit maakt jonge slachtoffers kwetsbaar.
Dit is trouwens niet het enige punt waarop het wetsontwerp jongeren kwetsbaar maakt. Het maakt prostitutie van adolescenten moeilijker om aan te tonen. Ook hier moet eerst aangetoond worden door het slachtoffer of het openbaar ministerie dat de leeftijd van het slachtoffer gekend was door de pooier of de klant en deze de overtreding intentioneel begin. Een wetsontwerp dat jongeren kwetsbaar maakt is onaanvaardbaar!
Wel of geen toestemming?
Alleen ja betekent ja. Iemand die seksuele betrekkingen wil aangaan, moet er zeker van zijn dat de andere dit ook wil. In de nieuwe wet zal “toestemming” als volwaardig concept worden opgenomen. Dat is een goede zaak. Tegelijkertijd rijst de vraag, wie moet er bij een verkrachting het bewijs leveren dat er wel of geen toestemming was? Als dit volledig bij het slachtoffer blijft liggen, legt dit dan niet opnieuw een extra drempel bij het slachtoffer? In de Spaanse 'Solo si es si”-wet is de bewijslast omgekeerd. Het lijkt ons de moeite om deze optie te onderzoeken.
De vrouwenbeweging Marianne verzet zich tegen deze hervorming, die naast de bovengenoemde nog meer grote valkuilen met zich meebrengt. Ondertussen lieten ook tal van andere vrouwen-en middenveldorganisaties horen dat ze in dit wetsontwerp een achteruitgang zien voor vrouwen en minderjarigen. De minister verkondigde in de media een brede consultatie te hebben gedaan van het middenveld. Daarbij is hij duidelijk de feministische beweging vergeten. Marianne steunt het verzet van deze organisaties. Het seksueel strafrecht aanpassen? Ja. Maar niet als het een achteruitgang betekent voor de slachtoffers.